Verklaring inzake de Beleggingsbeginselen
Het pensioenfonds ontvangt pensioenpremies om de pensioenen in de toekomst te kunnen uitkeren. Het pensioenfonds heeft verplichtingen en ambities, onder andere op het gebied van de pensioenpremie en inflatiecompensatie. De doelstelling van het beleggingsbeleid is het behalen van een zo hoog mogelijk rendement, binnen de door het bestuur vastgestelde risicogrenzen en rekening houdend met de lang- en kortlopende verplichtingen van het pensioenfonds, de solvabiliteitseisen die aan het fonds worden gesteld en de ambitie van een stabiel premie- en toeslagbeleid. Het fonds heeft voor de langere termijn een strategisch beleggingsbeleid vastgesteld dat aansluit op de doelstellingen en beleidsuitgangspunten, waaronder de risicohouding, van het fonds en is gebaseerd op de investment beliefs van het pensioenfonds, en gedegen onderzoek, zoals de ALM-studie en de haalbaarheidstoets.
Om die verplichtingen en ambities te kunnen realiseren, heeft het bestuur verschillende sturingsmiddelen. Een van die middelen is het beleggingsbeleid.
Een zorgvuldig gediversifieerde beleggingsportefeuille moet ertoe leiden dat bovengenoemde doelstelling op lange termijn wordt bereikt. Dit wordt belangrijker geacht dan korte termijn volatiliteit van de dekkingsgraad, hoewel bij de samenstelling van de beleggingsmix wordt getracht de korte termijn volatiliteit te beperken. Het bestuur heeft daarom als één van zijn beleidsuitgangspunten gekozen voor het principe dat enige onzekerheid omtrent het beschermen van een minimale dekkingsgraad van ca. 105% wordt geaccepteerd bij de keuze en vaststelling van een beleggingsmix. Het bestuur van het fonds heeft deze risicohouding in overleg met Sociale Partners (vertegenwoordigers van de deelnemers van het pensioenfonds en de werkgever) en de organen van het pensioenfonds vastgesteld en heeft daarbij het principe van evenwichtige belangenafweging in acht genomen. De belangen van de pensioengerechtigden zijn uiteraard ook behartigd door de vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden in het bestuur en de organen van het pensioenfonds.
Periodiek worden de beleggingsportefeuilles gecontroleerd op de naleving van de opgegeven beleggingsrichtlijnen en vinden er evaluaties plaats ten behoeve van de risicobeheersing.
Hierbij is nog van belang dat er andere sturingsmiddelen van het bestuur zullen worden ingezet in het geval van een eventueel reservetekort en dekkingstekort, te weten het premie- en toeslagbeleid. Het (tijdelijk) verlagen van de pensioenen behoort tot de uiterste beleidsopties van het bestuur.
Het bestuur beheert de aan hem toevertrouwde middelen op een solide wijze (volgens de prudent person regels)