Een waardevast pensioen

Normaal gesproken wordt geld elk jaar iets minder waard. Je kunt met hetzelfde bedrag in 2022 iets minder kopen dan in 2021. Dat heet ‘inflatie’. Vanwege de inflatie probeert het Heineken Pensioenfonds jaarlijks een toeslag te verlenen op jouw opgebouwde pensioen.

Dat wil zeggen dat het opgebouwde pensioen jaarlijks meegroeit met de algemene prijsstijging. Wij noemen dit een waardevast pensioen. Het lukt niet altijd om de pensioenen mee te laten groeien met de stijging van de prijzen. Als het financieel tegenzit, kan het zo zijn dat het Heineken Pensioenfonds niet of niet volledig toeslagen kan verlenen. Dat betekent dan dat jouw pensioen minder waard wordt. Als het daarna financieel meezit, kan er op het pensioen eventueel een extra toeslag worden verleend om koopkracht te herstellen.

Een toeslag kan pas verleend worden indien de beleidsdekkingsgraad minimaal 110% is. Ligt de beleidsdekkingsgraad tussen deze ondergrens van 110% en de bovengrens van momenteel ca. 140% dan kan toeslagverlening slechts gedeeltelijk plaatsvinden. Indien de beleidsdekkingsgraad momenteel hoger of gelijk is aan deze bovengrens, dan kan volledige toeslagverlening plaatsvinden. Wij verwachten dat wij in de komende jaren jouw pensioen gedeeltelijk kunnen verhogen. Pas bij een dekkingsgraad van momenteel ca. 140% of meer kan er een volledige toeslagverlening plaatsvinden op grond van de prijsindex. Deze bovengrens fluctueert echter. Indien de rente stijgt, zal de bovengrens voor de toeslagverlening waarschijnlijk ook stijgen.

De afgelopen jaren heeft het Heineken Pensioenfonds de pensioenen als volgt verhoogd met een toeslag*:

Toeslagverlening actieve deelnemers Stijging van de prijzen
2024 -0,4%
2023 14,33% 14,33%
2022 3,42% 3,42%
2021 1,22%
2020  – 2,72%
2019 0,61% 2,10%
2018 0,02% 1,33%
2017 0,45%
2016 0,65%
2015 1,1%
2014 1,6% 1,6%
2013 2,9%
2012 2,65%
2011 0,95% 1,6%
2010 2% 0,75%
2009 2,8%

Vooruitblik in scenario’s* De cijfers over stijging van de prijzen zijn gebaseerd op cijfers van het CBS met referentie periode oktober tot oktober.

In het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl wordt naast jouw reglementair te bereiken pensioen ook in de vooruitblik jouw te bereiken pensioen in drie scenario’s weergegeven. Deze scenario’s geven een inschatting van het pensioen als er in de toekomst mee- of tegenvallers zijn. Via drie bedragen gebaseerd op een optimistisch, verwacht en pessimistisch scenario krijg je inzicht in de onzekerheid rond de koopkracht van jouw pensioen. Deze bedragen zijn een inschatting van het pensioen waarop je lijkt te gaan uitkomen in verschillende situaties. Een belangrijke aanname voor alle drie de bedragen is dat je blijft werken tot jouw 68ste en pensioen blijft opbouwen binnen de huidige regeling. Als je eerder stopt met werken, zal jouw pensioen lager zijn.

Er zijn verschillende scenario’s bedacht. In het ene scenario zit het mee wat betreft de rente, de beleggingen en de stijging van de prijzen (koopkracht). In het andere scenario zit het tegen. Alle pensioenfondsen en verzekeraars rekenen met dezelfde scenario’s.

  • Het verwachte scenario zie je in het midden bovenaan. Dit is het pensioen waar je op dit moment op uit lijkt te komen. Er is op dit moment 50% kans dat jouw pensioen lager uitvalt en 50% kans dat jouw pensioen hoger uitvalt dan dit bedrag. Bij het verwachte eindresultaat wordt er vanuit gegaan dat jouw pensioen gedeeltelijk wordt verhoogd met de stijging van de prijzen.
  • Bij het optimistisch scenario (rechter pijl) zie je het bedrag waar je op uit lijkt te komen als het erg meezit. De kans is op dit moment klein (5% van de mogelijke toekomstscenario’s) dat je uitkomt op een hoger bedrag dan het rechter bedrag. Bij het optimistisch scenario wordt ervan uitgegaan dat jouw pensioen, conform de prijsstijgingen, wordt verhoogd.
  • Bij het pessimistisch scenario (linker pijl) zie je het bedrag waar je op uit lijkt te komen als het veel slechter gaat dan verwacht. De kans is op dit moment ook klein (5% van de mogelijke toekomstscenario’s) dat je uitkomt op een lager bedrag dan het linker bedrag. Bij het pessimistisch scenario wordt er vanuit gegaan dat jouw pensioen wordt gekort.